INTERVIEW

Duurzaamheid als sociale opgave

In gesprek met Tim Doornewaard over verduurzaming met kwetsbare bewoners

Hoe zorg je ervoor dat bewoners met een krappe beurs duurzamer gaan leven? Vraagt duurzaam leven altijd om grote investeringen of zijn er alternatieven waarmee ook bewoners die minder te besteden hebben een stap vooruit kunnen? En hoe maak je dit kenbaar onder deze doelgroep? We spreken Tim Doornewaard, die als sociaal ondernemer in de Indische Buurt verschillende (duurzaamheids-)projecten heeft opgezet. Is het gelukt de bewoners mee te krijgen en waar liggen kansen voor verbetering? We vragen het Tim.

Tim, vertel eens wat over jezelf. Wie ben je en wat doe je?

‘’Ik ben Tim en ik woon ongeveer 20 jaar in de Balistraat in de Indische Buurt. Ik ben een zelfstandige sociaal ondernemer en over het algemeen word ik ingehuurd door partijen die de wens hebben iets te organiseren, maar dit niet voor elkaar krijgen. Mijn taak is dan om dit op gang te brengen. Als iemand bijvoorbeeld een idee heeft om de buurt te verduurzamen en het lukt maar niet om dit van de grond te krijgen, dan bekijk ik of er gezamenlijk projecten bedacht kunnen worden om mensen erbij te betrekken. Dit zijn vaak projecten die zowel onder het thema duurzaamheid als onder het thema armoedebestrijding vallen.

Daarnaast ben ik ook straatmanager van de Javastraat en Eerste Van Swindenstraat. Hier ben ik het aanspreekpunt voor een groep ondernemers die hulp willen bij het gezamenlijk organiseren van projecten. Momenteel werk ik onder andere met ze aan het opzetten van een Green Business Club. Een van deze ondernemers heeft zijn zaak al verduurzaamd en maakt een stappenplan voor de andere ondernemers. Stap één is bijvoorbeeld om alle gloeilampen te vervangen. Eén van de laatste stappen is bijvoorbeeld zonnepanelen. Tot slot ben ik interimmanager van Stichting Meevaart, een van de grootste buurthuizen van Amsterdam, waarbij ik de hele organisatie onder de loep neem.’’

Dat is een behoorlijk drukke agenda! En als we het specifiek hebben over duurzaamheid. Wat merk je in de Indische buurt en waar loop je hier tegenaan?

‘’Mijn betrokkenheid bij duurzaamheidsvraagstukken begon met een vraag vanuit het buurtinitiatief Samen Vooruit in de Indische Buurt. Ik werd gevraagd duurzaamheid vanuit een sociale opgave te benaderen. Dus ik ging niet zo zeer met mensen in gesprek over zonnepanelen, windmolens en ingewikkelde technische dingen, maar meer over dingen als klimaatrechtvaardigheid: welke stappen kunnen gezet worden om duurzamer te leven met een krappe beurs?

Een project dat uit deze sociale opgave voortkwam is het Maaltijdproject met als doel bewuster om te gaan met voedselverspilling.’’

En had die benadering vanuit een sociale opgave een bepaald doel voor het buurtinitiatief Samen Vooruit?

‘’Het buurtinitiatief Samen Vooruit behartigt vooral de belangen van mensen die wat minder kansen hebben. Zij vinden dat die mensen kansen geboden moeten worden zodat ze mee kunnen bewegen in het duurzaamheidsvraagstuk. Hierin is energiearmoede bijvoorbeeld een van de grootste bedreigingen. Wanneer een woning niet wordt verduurzaamd, lopen de energiekosten zodanig op dat er minder geld te besteden valt aan bijvoorbeeld boodschappen. De bedoeling is dat ze in ieder geval niet meer betaalachterstanden oplopen. Er leven veel mensen in armoede en we moeten het toch met z’n allen doen. Dus als we die groep niet meekrijgen, missen we een groot deel van de samenleving.’’

“Er leven veel mensen in armoede en we moeten het toch met z’n allen doen. Dus als we die groep niet meekrijgen, missen we een groot deel van de samenleving.”

En wat waren de eerste reacties van deze bewoners?

‘’De eerste reacties van de bewoners gingen over dat ze niet met duurzaamheid bezig zijn, omdat ze over het algemeen op de korte termijn denken. Dus ze denken eerder aan het betalen van hun energietermijnbedrag zodat ze niet worden afgesloten. Of vragen ze zich af of ze vandaag wel brood hebben voor hun kinderen. Ook dachten velen dat duurzaamheid wel duur zou zijn. Ze hebben geen idee hoe ze daaraan kunnen bijdragen met het beperkte budget waarover ze beschikken.’’

Dus je zou kunnen zeggen dat ze weinig kennis hebben van het onderwerp duurzaamheid?

‘’Ja, veel minder kennis, dat klopt... Tenminste, enerzijds veel minder kennis en anderzijds veel minder handelingsperspectief. Laat ik het op de extreme manier verwoorden: een yup kan zeggen dat hij duurzaam is omdat hij in een Tesla rijdt. Iemand die dat geld niet heeft kan niet zeggen dat hij in een Tesla rijdt of zonnepanelen heeft op zijn dak. Als we het hebben over duurzaam leven, denken veel mensen dat dat een hoge investering vergt.”

In hoeverre klopt dat volgens jou? Moet je echt veel geld hebben om duurzaam te kunnen leven?

‘’Kijk, een duurzame investering voor op de lange termijn is voor deze groep lastig, maar een alternatief is duurzaam handelen in de dagelijkse bezigheden. En daar zit het voor hen in. Dus vijf minuten douchen en de verwarming een graad lager zetten. Maar wat ook opvalt is dat deze mensen duurzamer leven dan gemiddeld, want ze leven zuiniger. Als we het hebben over een weggeefwinkel of tweedehandskleding, wat overigens nu helemaal de trend is, zeggen zij ‘wij hebben altijd al tweedehandskleding gehad, dus wat willen jullie nou?’. Of als we het hebben over voedselverspilling dat zij reageren met ‘wij verspillen geen voedsel, want het kost geld’.’’

Dat zijn interessante voorbeelden. En hoe zit het dan met de reacties op korter douchen?

‘’Daar zie ik dat er minder wordt gelet op de energierekening en dat het lezen van energierekeningen lastig is. En misschien ligt dat niet aan de mensen, want wie leest nou zijn energierekening? Het is een vast gegeven dat de algemene gedachte is: het kost me zoveel per maand aan voorschot en aan het einde van het jaar hoop ik wat terug te krijgen of moet ik wat bijbetalen. De energiekosten weten de mensen vaak niet. Daarnaast hebben velen ook hoge telefoonkosten. En dat is niet zo gek, want die twee dingen staan verder van ons af. We gebruiken het wel dagelijks, maar we hebben niet door hoeveel geld het kost omdat het geld niet op het moment van gebruik van de rekening wordt afgeschreven.’’

En kan je wat meer vertellen over je sociale onderneming? Je bent een maaltijdproject gestart in de Indische Buurt dit jaar. Hoe is dat project ontstaan en waar kwam die behoefte uit voort?

‘’Dat begon in het begin van de eerste lockdown in maart. Vanuit verschillende buurthuizen kwamen er signalen dat er steeds meer mensen voor de deur stonden die om een gratis maaltijd vroegen. En dat konden de buurthuizen niet leveren, vanwege te weinig middelen en te weinig mensen die het konden maken. Vanuit Samen Vooruit heb ik het idee gelanceerd een gezamenlijk crowdfundactie op te zetten, gezamenlijk fondsen aan te vragen en samen inkopen te doen om kosten te besparen. Dus hebben we afgesproken dat de buurthuizen financieel ontzorgd werden, zodat ze zich konden focussen op de boodschappen, het koken en het serveren van de maaltijden. Het uiteindelijke doel was: we verdelen de taken zodat we verder kunnen opschalen.

En dat is ook gelukt. In hele korte tijd hebben we kunnen opschalen naar wel meer dan tweeënhalf duizend maaltijden per week die we allemaal gratis konden weggeven, omdat we gefinancierd werden vanuit crowdfunding en fondsen. Ook mijn rol als straatmanager kwam hier goed van pas. Vanwege de lockdown zat de horeca een paar maanden dicht. Vanuit mijn rol als straatmanager heb ik een aantal horecaondernemers gesproken, waaronder 3WO Horeca Groep die meerdere restaurants in Oost heeft en gevraagd wat zij deden met hun personeel. Deze waren meteen enthousiast en zeiden ‘we gaan gewoon helpen’. Hierdoor hadden we ook nog een team aan professionele koks die hielpen met de bereiding van de maaltijden.

Vervolgens liep het aanbod als een speer op. Op een bepaald moment belde het Hermitage Museum en bood ons gratis pizza’s aan om weg te geven. En Marqt gaf aan dat ze biologisch vlees in de vriezer hadden en of we dat wilden hebben. Het werd als snel een uitdijende olievlek. We hadden een gegeven moment zoveel vrijwilligers en organisaties erbij betrokken waardoor het een flinke klus was om het in goede banen te leiden.’’

Je benoemde al eerder dat je bij bepaalde doelgroepen, zoals de mensen die minder te besteden hebben, het duurzaamheidsvraagstuk meer vanuit een sociale opgave moet benaderen. In hoeverre is dit doel bereikt?

‘’Ja... Ik zou willen van wel, maar het is toch een lastig onderwerp. Het is minder uitgekomen dan ik had verwacht, maar ik heb het nog niet helemaal afgerond. Ik blijf me er wel in vastbijten. Er zijn niet zo zeer concrete projecten uit ontstaan. En het is ook puzzelen, want het HvA lectoraat Psychologie voor een Duurzame Stad doet daar ook onderzoek naar. Ze zijn al een jaar bezig geweest in deze buurt met een onderzoek naar energiebesparend gedrag en duurzaam handelingsperspectief en binnenkort verschijnen de resultaten hiervan. Hopelijk komen daar ook praktische dingen uit voort over hoe we bepaalde dingen anders kunnen organiseren.’’

Wat hebben mensen die minder besteden hebben nodig volgens jou, buiten de kennis die je al benoemde?

‘’Ik denk dat ze heel praktisch gefaciliteerd moeten worden. Laat ik het zo verwoorden: als ze het idee hebben om een weggeefwinkel op te zetten, moeten de benodigde middelen voor ze geregeld worden. Of als ze wat willen doen met voedselverspilling, moet er een keuken voor ze geregeld worden. En die faciliteiten zijn ook wel mogelijk. Er zijn sociale voorzieningen in de wijk, maar die moeten gewoon aan elkaar geknoopt worden. Dus er is hierbij gewoon veel ondersteuning nodig.’’

En wie moet dan die ondersteuning bieden?

‘’Ik denk dat het vooral professionals moeten zijn, maar dan speelt het het-kost-geld-verhaal weer een grote rol. Wat bij vrijwilligers mooi is, is dat ze met passie iets willen doen, maar vaak ook een baan daarnaast hebben. Er moet zoiets als structurele ondersteuning geregeld worden.

Nu ben ik bijvoorbeeld bezig met de verduurzaming van een woningblok met bewoners, maar dat is een project van een jaar waar geld voor beschikbaar is en de samenwerking met de woningbouwcorporatie en de gemeente al op gang is gebracht. De bewoners hebben zelf ook allerlei ideeën en ze staan ook achter dit project waardoor het meteen kan starten. De middelen staan in die zin al klaar, waardoor de opdracht al een stuk eenvoudiger wordt.

Maar bovenop het lastige duurzaamheidsvraagstuk, speelt natuurlijk nu dat er niets georganiseerd kan worden op wijkniveau vanwege de coronacrisis. Dat werkt ook tegen. We schieten tekort in de mogelijkheden door de periode waarin we zitten. Alles moet online gebeuren en best wat mensen hebben gewoon te weinig digitale vaardigeden of niet eens een computer of een smartphone. Wat moet je dan?

Dat merk ik ook bij de ondernemers in de buurt. Die zijn nu al blij met het feit dat ze nog voort kunnen en mogen bestaan. Alles buiten de dagelijkse boodschappen valt nu weg, omdat niemand meer op bezoek gaat of uitgaat. Ondanks de crisis waarin we nu zitten en de gevolgen die het met zich meebrengt, moeten we niet vergeten dat we ook in een klimaatcrisis zitten.’’

Zijn er nog kansen in de huidige periode die nog te grijpen zijn?

‘’Ik denk het wel. Er is nog de mogelijkheid om dingen te ondernemen met elkaar. Ik gebruik deze tijd vooral om online plannen te maken als we weer de wijk in kunnen en alles goed georganiseerd kunnen krijgen. Dus hopelijk kunnen we snel weer de straat op om dingen te doen. Wij moeten bezig blijven en duurzaamheid moet de aandacht blijven krijgen.’’