DOCENTENPANEL
Klimaat in het onderwijs
In gesprek met docenten over klimaat in het onderwijs
Hoe wordt er binnen het onderwijs aandacht besteed aan klimaatverandering? We vroegen Esther Hammelburg (Cultuurfilosofie), Clary van der Veen (Social Work) en Lisette Klok (minor Klimaatbestendige Stad) hoe de thematiek van klimaatverandering in hun opleiding terugkomt, wat de opleiding de studenten hier over wil meegeven en hoe de docenten zelf tegen deze thematiek aankijken.
Esther Hammelburg
Docent Cultuurfilosofie
Clary van der Veen
Docent Social Work
Lisette Klok
Docent Klimaatbestendige Stad
Esther Hammelburg
''Wat is wilder. Cultuur of natuur? Wat is vrijer? Veiliger? Intelligenter? Mijn module Cultuurfilosofie binnen de minor Filosofie in de postdigitale wereld, begint altijd met de vraag: wat onderscheidt cultuur van natuur? Als we het gesprek hierover beginnen dan blijken studenten een duidelijk beeld te hebben van cultuur enerzijds en natuur anderzijds. Ze kunnen allerlei kenmerken en kwaliteiten van beide noemen, die vaak een zwart-witbeeld schetsen waarin mens en natuur gescheiden zijn. Dan introduceer ik het concept antropoceen, de idee dat in ons tijdperk de mens de meest bepalende geologische factor is. Ze lezen o.a. een interview met filosoof Timothy Morton, en we kijken een videoclip van Björk, waarin de vanzelfsprekende scheiding van mens en natuur ter discussie wordt gesteld. Dit werkt bevreemdend, het leidt tot het bevragen van veronderstellingen. Studenten gaan zien dat de concepten ‘mens’ en ‘natuur’ zelf door de mens zijn gecreëerd, en dus cultureel zijn. Vaak reageren studenten enthousiast op het thema. De klimaatcrisis is een onderwerp dat leeft en ik merk de laatste jaren dat steeds meer studenten bezig zijn met duurzaamheid. Toch vergt het vaak wel een slag om te komen waar ik wil: voorbij de zielige ijsbeer. In de module is het doel niet om steeds te herhalen hoe erg het is, maar spoor ik studenten aan om hun oordeel te parkeren en een laagje daaronder te kijken naar de verhouding tussen mens en natuur in hun eigen denken. De aannames die ze daar zelf over hebben en de verschillende perspectieven die de filosofie daarop aanbiedt. We hebben het dus niet direct over duurzaamheid, niet over de klimaatproblemen of mogelijke oplossingen. Ik denk ook niet dat de module direct invloed heeft op het handelen van studenten. Wel worden ze bewuster van hun eigen denkpatronen. Van hoe zij zichzelf als mens in de geo-ecologische wereld positioneren. Een positie die bepaalt hoe je omgaat met dieren, grondstoffen, afval, etc. Ik ben ervan overtuigd dat dit bewustzijn een belangrijke rol kan gaan spelen in hun handelen in de wereld.''
In de module is het doel niet om steeds te herhalen hoe erg het is, maar spoor ik studenten aan om hun oordeel te parkeren en een laagje daaronder te kijken naar de verhouding tussen mens en natuur in hun eigen denken.
- Esther Hammelburg
We vinden het als docenten Groene Duurzaamheid belangrijk dat we onze studenten stimuleren om kritisch en bewust te worden van de maatschappelijke vraagstukken die er spelen op duurzaamheidsgebied en hoe ze, als toekomstige sociaal werker, burgers of cliënten kunnen empoweren om hun leefomgeving (ver en dichtbij) te verbeteren.
- Clary van der Veen
Clary van der Veen
''Wat heeft groene duurzaamheid nou te maken met hulpverlening? Dat is een vraag die door een deel van de studenten Social Work wordt gesteld. Ook wel een logische vraag omdat dit thema tot voor kort geen onderdeel uitmaakte van het Social Work-beroepenveld. Veel studenten zijn in hun dagelijks leven wel bezig met duurzaamheid door afval te scheiden, minder vlees te eten en bewuster om te gaan met energie en koppelen dit thema in eerste instantie aan klimaat, maar niet zozeer aan hun werk als sociaal werker. De uitdaging voor ons als kwartiermakers groene duurzaamheid en docenten Sociale Agenda is om groene duurzaamheid te positioneren als maatschappelijk onderwerp binnen de context voor het sociaal werk. Ondanks dat groene duurzaamheid een nieuw thema is binnen Social Work zijn we in het studiejaar 2019-2020 gestart met een groep van 27 studenten. Zij zijn aan de slag gegaan met onderwerpen die in hun omgeving interessant en actueel zijn. Studenten hebben daarvoor verkennend onderzoek uitgevoerd en oplossingen bedacht voor vraagstukken die te maken hadden met voedselverspilling, kleding recyclen en upcyclen, verpakkingsmateriaal, afvalstromen en bewustwording over groene duurzaamheid. Als docent is het mooi om te zien dat studenten niet bang zijn en motivatie hebben om problemen aan te pakken, dat ze vindingrijk zijn in het bedenken van oplossingen en het niet schuwen om groot te denken. We willen studenten graag een podium geven om hun opbrengsten te presenteren en denken aan het organiseren van een themadag duurzaamheid in samenwerking met organisaties en gemeente Amsterdam. Inmiddels zijn we gestart met het tweede jaar Sociale Agenda en gaat een groep van 25 studenten een vraagstuk onderzoeken binnen groene duurzaamheid. Vervolgens ontwikkelen ze een interventie binnen het beroepenveld van de Social Worker. Het is de bedoeling om studenten hierbij zoveel mogelijk te koppelen aan actuele vraagstukken en behoeften vanuit de praktijk en daarin willen we samenwerken met praktijkpartners, bewoners, gemeenten en andere partijen die zich bezig houden met duurzaamheid. We vinden het als docenten Groene Duurzaamheid belangrijk dat we onze studenten stimuleren om kritisch en bewust te worden van de maatschappelijke vraagstukken die er spelen op duurzaamheidsgebied en hoe ze, als toekomstige sociaal werker, burgers of cliënten kunnen empoweren om hun leefomgeving (ver en dichtbij) te verbeteren. Dit draagt uiteindelijk bij aan het welbevinden van zichzelf en die omgeving. Studenten kunnen hierbij op allerlei niveaus aan de slag gaan - zoals het wijkniveau, binnen organisaties of via inspraak - en kunnen verschillende rollen innemen zoals onderzoeker, ontwikkelaar of verbinder. Belangrijk hierbij is dat de sociaal werker duurzaamheidsbewustzijn dichtbij burgers of cliënten brengt; het gaat hen aan.''
Lisette Klok
''Bij de minor Klimaatbestendige Stad leren studenten alles over klimaatverandering, de gevolgen hiervan voor de stad en hoe stedelijk gebied klimaatbestendig ingericht kan worden. Klimaatverandering betekent meer extremen: heftiger regenval en meer hitte. Extreme buien leiden tot wateroverlast en waterschade. Hitte geeft gezondheidsproblemen en zet de leefbaarheid van steden onder druk. Ook droogte en zeespiegelstijging zijn thema’s binnen de minor. Om al deze nadelige gevolgen van klimaatverandering te voorkomen en prettig te kunnen blijven leven, moet de inrichting van het stedelijk gebied worden aangepast. De belangrijkste vraag binnen de minor is daarom: Hoe kunnen steden, wijken en straten klimaatbestendig worden ingericht rekening houdend met meer hitte, extreme regenval, droogte en overstromingen? De studenten die voor deze minor kiezen doen dit, omdat zij weten dat er in de nabije toekomst veel werk verricht zal moeten worden om Nederland klimaatbestendig in te richten. Zij kennen de urgentie van het wereldwijde klimaatprobleem en weten dat we ons moeten aanpassen aan de klimaatverandering die gaande is. Naast theoretische kennis, gastcolleges en excursies, voeren studenten ook meetonderzoeken uit om temperaturen en neerslagpatronen in de eigen woonomgeving in kaart te brengen. Ook doen de studenten praktijkervaring op doordat zij een actueel klimaatbestendig project voor een echte opdrachtgever moeten uitvoeren. De meeste studenten vinden dit onderdeel van de minor het leukst. Gemeentes, waterschappen of adviesbureaus dienen vaak als opdrachtgever en de studenten oefenen in de rol van opdrachtnemer. Hierdoor proeven zij de sfeer die er in ‘de echte wereld’ hangt met de bijbehorende ‘officiële’ vergaderingen. Ze werken daarbij aan veel verschillende vraagstukken: Wat zijn de meest urgente locaties om maatregelen te nemen met het oog op wateroverlast, droogte en hitte? Met welke inrichtingsmaatregelen kan een bepaalde wijk of straat klimaatbestendig ingericht worden? Hoe verhouden de baten van deze maatregelen zich met de kosten? Hoe zou een klimaatbestendig ontwerp voor een bepaalde buurt eruit kunnen zien? Hoeveel oppervlaktewater, waterberging, groen of groene daken zijn nodig om te voldoen aan de klimaatbestendige beleidsdoelen van een gemeente? Het gewenste eindresultaat van zo’n praktijkopdracht is in de meeste gevallen een klimaatbestendig ontwerp van een gebied onderbouwd met een gedegen kwetsbaarheidsanalyse, kloppende argumentaties, juiste berekeningen en ondersteund door mooie visualisaties. Zo werken we in de minor samen met praktijkpartijen om verder te werken aan technische en ontwerp gerelateerde vraagstukken rondom klimaatverandering.''
Het gewenste eindresultaat van zo’n praktijkopdracht is in de meeste gevallen een klimaatbestendig ontwerp van een gebied onderbouwd met een gedegen kwetsbaarheidsanalyse, kloppende argumentaties, juiste berekeningen en ondersteund door mooie visualisaties.